In deze toelichting zijn de nu bekende risico’s benoemd en volgens een klassen-systematiek gewogen en gewaardeerd.
Algemene uitkering uit het gemeentefonds
Het gemeentefonds verandert met de rijksbegroting mee (trap-op-trap-af-systematiek). Deze systematiek brengt het risico met zich mee dat bij dalende uitgaven door het rijk (als gevolg van bezuinigingen door het rijk) het gemeentefonds daalt. Met het oogmerk stabiliteit in de geraamde (hogere) accressen uit de Meicirculaire 2022 te brengen is in juni 2022 besloten het accres 2022-2025 te bevriezen. Vanaf 2026 zien gemeenten echter de accressen dalen en zijn adequate oplossingen om deze tekortkomingen op te vangen nog niet bekend.
Kwantificering algemene uitkering uit het gemeentefonds | |
Kans | klasse 5 (1 keer per jaar: 90%) |
---|---|
Gevolg | klasse 3 (€ 100.000 - € 250.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 90.000 (90% x € 100.000) tot maximaal € 225.000 (90% x € 250.000) |
Centrumontwikkeling Roden
Voor het Uitvoeringsprogramma CentrumOntwikkeling Roden (COR) 2018-2022 heeft uw raad alle geplande kredieten ter beschikking gesteld. De beschikbaar gestelde kredieten dekken circa twee derde van de COR. Op een HRK subsidie van € 750.000 na is gebleken dat er geen andere geschikte subsidies te vinden zijn. Minder inkomsten uit externe subsidiebronnen heeft gevolgen voor de uitvoering van de COR. De scope van de COR is vooralsnog bijgesteld naar de reeds opgestarte projecten en er worden (voorlopig) geen nieuwe deelprojecten opgestart. Het rioolfonds draagt overigens de lasten voor riool(gerelateerde)-kosten binnen de deelprojecten van de COR.
Het risico zit op dit moment vooral in de gestegen bouwkosten, die zijn afgelopen jaar met 19% gestegen (GWW index). Concreet lopen we daar nu tegen aan in het project herinrichting Heerestraat/Wilhelminastraat. Hetzelfde gaat gelden voor de Westerbaan en het infrastructurele deel van de VTB. Er dient dus rekening gehouden te worden met (minimaal) 20% hogere kosten, hierin is nog geen rekening gehouden met nieuwe kostenstijgingen/inflatie vanaf april 2022. Vooralsnog worden de kostenoverschrijdingen binnen de COR opgelost door mee- en tegenvallers binnen de diverse projecten met elkaar te verrekenen. Mocht dit niet voldoende blijken dan komen wij terug bij uw raad via een (extra) kredietaanvraag of een overschrijding via de managementrapportages. Uiteraard wordt uw raad via de raadsessies regelmatig bijgepraat over de ontwikkelingen binnen de COR.
Kwantificering Centrumontwikkeling Roden | |
Kans | klasse 1 (minder of 1 keer per 10 jaar) |
---|---|
Gevolg | klasse 3 (€ 100.000 - € 250.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 10.000 (10% x € 100.000) tot maximaal € 25.000 (10% x € 250.000) |
Droogteschade en bodemdaling
We ervaren de gevolgen van klimaatverandering steeds meer. Dat merken we aan de buien die heviger worden, aan de verschuivende neerslagperiode, de langere perioden van droogte en toenemende temperaturen. Het is daarom denkbaar dat hevige wind, zware buien, maar vooral droogte en de daarmee verbonden bodemdaling tot schades aan gemeentelijk vastgoed gaan leiden. Te denken valt aan waterschade in vastgoed, maar ook verzakking van wegen en paden, of schade aan gemeentelijke riolering. Bovenop onze reguliere beheeropgave kunnen we dus te maken krijgen met extra werkzaamheden of schadeposten.
Naar aanleiding van de verzakkingsschades in de wijk Middenveld hebben we, ter voorkoming van toekomstige schades ten gevolge van onze activiteiten, het Bouwprotocol ingevoerd. Ook al valt weliswaar niet uit te sluiten dat er schade ontstaat, hiermee worden wel de grootste risico’s ondervangen die betrekking hebben op gemeentelijke bouwactiviteiten.
Het gaat hier om schades die zijn terug te voeren op gemeentelijke activiteiten (en waar wij dus verantwoordelijk voor kunnen worden gehouden). Dit geldt dus niet voor schade aan woningen en ander particulier vastgoed door verzakkingen ten gevolge van bodemdaling door langdurige droogte.
Kwantificering droogteschade en bodemdaling | |
Kans | klasse 2 (1 keer per 5 à 10 jaar: 30%) |
---|---|
Gevolg | klasse 4 (€ 250.000 - € 750.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 75.000 (30% x € 250.000) tot maximaal € 225.000 (30% x € 750.000) |
Financiële gelijkstelling primair onderwijs
Op basis van artikel 142 tot en met 147 van de Wet op het primair onderwijs (WPO) dient een gemeentebestuur dat basisonderwijs in stand houdt, jaarlijks vast te stellen of er sprake is van overschrijding van de rijksvergoeding. Indien er meer uitgaven zijn geweest dat de ontvangen rijksvergoeding, dan is er sprake van een overschrijding. Deze overschrijding (meer uitgaven dan ontvangsten) dient proportioneel ook aan de scholen voor bijzonder onderwijs te worden doorbetaald. Veelal wordt een bedrag per leerling vastgesteld, die ook op basis van het leerlingenaantal van de bijzondere scholen wordt betaald. Hiermee wordt het openbaar onderwijs en het bijzonder onderwijs in eenzelfde gemeente gelijkgesteld. Tot en met 2005 is de financiële gelijkstelling afgehandeld. Voor de periode 2006-2010 heeft het college vastgesteld er geen sprake was van een overschrijding. Hiertegen loopt nog een bezwaar. De verwachting is dat het bezwaar in 2023 afgehandeld gaat worden. Daarna kunnen de periodes 2011-2015, 2016-2020 en 2021-2022 worden vastgesteld.
Omdat het openbaar primair onderwijs per 1 januari 2023 is verzelfstandigd komt vanaf die datum het risico van de financiële gelijkstelling formeel te vervallen. Echter, over de jaren 2011 t/m 2022 moet de financiële afrekening nog vast worden gesteld en daar kan nog een overschrijding en dus risico uit voort komen. Naar verwachting zal alles eind 2023 definitief zijn afgehandeld. Daarna komt het risico te vervallen.
Kwantificering financiële gelijkstelling primair onderwijs | |
Kans | klasse 2 (1 keer per 5 à 10 jaar: 30%) |
---|---|
Gevolg | klasse 5 (> € 750.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 0 tot maximaal € 750.000 |
Garantstellingen en waarborgfondsen
De gemeente heeft zich borg gesteld voor een aantal instanties voor het verstrekken van een geldlening. De gemeente loopt hierbij een risico als de verplichtingen door de geldnemer niet worden nagekomen.
De in het verleden afgegeven gemeentegaranties ten behoeve van door woningbouw-corporaties aangetrokken geldleningen zijn overgedragen aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Hiervoor geldt een ander risicoprofiel. Corporaties die in de problemen komen dienen eerst het Centraal Fonds Volkshuisvesting voor financiële steun te benaderen. De borgstellingreserve van het WSW vormt de tweede zekerheid. De derde (tertiaire) achtervangpositie betreft een door het rijk en gemeenten (elk 50%) af te geven renteloze lening aan het WSW. Het risicoprofiel kan wijzigen indien door corporaties een toenemend beroep wordt gedaan op het WSW.
Kwantificering garantstellingen en waarborgfondsen | |
Kans | klasse 1 (minder of 1 keer per 10 jaar: 10%) |
---|---|
Gevolg | klasse 4 (€ 250.000 - € 750.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 25.000 (10% x € 250.000) tot maximaal € 75.000 (10% x € 750.000) |
Gegevensbescherming
Uit het meest recente jaarverslag van onze (onafhankelijk) interne toezichthouder (de Functionaris Gegevensbescherming / extern ingehuurd) blijkt dat gemeente Noordenveld (op een schaal van 1 tot 5) gemiddeld een 1,7 scoort op AVG-volwassenheid. Dit betekent dat we als gemeente niet "in-control" zijn ten aanzien van voldoen aan de AVG (compliancy) en daarbij het risico op een incident (datalek) met daaruit eventueel voortvloeiende schade voor zowel betrokkenen (burgers en medewerkers) als de gemeente (imago/aansprakelijkheid/boete) hoog is.
In maart '22 is een nieuw privacybeleid vastgesteld. De (verdere) implementatie ervan is in de rest van 2022 blijven liggen, alsook is o.a. het register van verwerkingsactiviteiten (onderdeel van de privacy-administratie, tevens verantwoordingselement) in de afgelopen periode niet beheerd/bijgehouden. Ook moet er nog een check plaatsvinden of er ten aanzien van de verschillende (verwerkings-)processen (nog) verplichte DPIA's uitgevoerd moeten worden én is het de vraag of met alle leveranciers/samenwerkingspartijen/-partners AVG-overeenkomsten zijn afgesloten.
Er is geen jaarplan 2022 opgesteld en eind 2022 is derhalve de (gemiddelde) mate van AVG-volwassenheid niet verhoogd.
Dit beeld (FG; feb. '23) wordt ook bevestigd door de recent/eind 2022 uitgevoerde Wpg-audit (rapportage 20 dec. '22).
E.e.a. komt o.a. doordat 'eigenaarschap' niet helder belegd is in de organisatie (o.a. verantwoordelijken/proceseigenaren conform privacybeleid / onderdeel privacymanagement) en de uitvoering van o.a. de privacy-administratie niet formeel is belegd bij een (interne) Privacy Officer. Het tijdig en naar behoren betrekken van de FG bij alle aangelegenheden die verband houden met de bescherming van persoonsgegevens en besluitvorming hieromtrent, alsook het deelnemen aan relevante (management-)overleggen) verdient ook nog de nodige aandacht bij het College, de Raad en (binnen/bij) het ambtelijk apparaat (positionering/handelingsverlegenheid/onbekendheid functie/rol). Ten aanzien van de laatste groep kan aangegeven worden dat begin 2023 een workshop AVG (door de FG) bij het MT en de afdeling P&O heeft plaatsgevonden.
Allerhande taken ten aanzien van de AVG zijn vooralsnog ad hoc / deels uitgevoerd. Dat geldt ook voor het toezicht van de FG.
Op IB-vlak zijn er in 2022 bewustwordingsacties uitgevoerd (phishing, mistery guest, etc.) In 2023 wordt een deel van de problematiek/achterstand opgelost door het werven en aanstellen van een full-time Privacy & Security Officer (i.c. PO/CISO).
De wens is daarbij een meer planmatige en meer consistente aanpak te verwezenlijken.
Kwantificering gegevensbescherming | |
Kans | klasse 3 (1 keer per 2 à 5 jaar: 50%) |
---|---|
Gevolg | klasse 5 (> € 750.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 375.000 (50% x € 750.000) tot maximaal € 1.125.000 (50% x € 2.250.000) |
Grondexploitaties
De omvang van de risico’s met betrekking tot de actuele grondexploitaties is herzien en in deze jaarstukken bepaald op € 1.468.000. Voor een toelichting op dit bedrag verwijzen wij naar de paragraaf Grondbeleid .
Verwachte druk op de reserve grondexploitaties neemt toe
In de risicoanalyse zijn de plannen/projecten die zich nog in de initiatieffase bevinden niet meegenomen, of waarvan op dit moment nog niet alle uitgangspunten helder zijn. Het is echter wel aanleiding om op dit moment, in aanvulling op de risicoanalyse, duidelijk te maken dat er meer dan een verwachting is dat deze projecten niet allemaal budgetneutraal zullen kunnen worden uitgevoerd, maar op een aantal punten een flinke inzet van middelen vragen. Daarnaast hebben we te maken met een zeer onzekere woningbouwmarkt, met een gestegen hypotheekrente en hogere en vooral onvoorspelbare bouwkosten. De betaalbaarheid van woningbouw staat onder druk en dit kan er mogelijk toe leiden dat projecten vertraging oplopen of zelfs bij voorbaat al niet haalbaar zijn.
Er zullen naar verwachting projecten komen met nieuwe risico’s en/of projecten waarbij het doen van (strategische) aankopen onvermijdelijk is om voortgang te kunnen realiseren.
Informatie- en communicatiesystemen
Door het formaliseren van de functie Privacy & Security Officer (zie ook de toelichting bij het risico Gegevensbescherming) kunnen we bouwen aan een hoger niveau van informatiebeveiliging.
In 2023 zullen we starten met het ophalen van de ambities rondom dit thema. Een van de doelen is het op- en vaststellen van een Meerjarenplan Informatiebeveiliging. Hierdoor kunnen we gestructureerd gaan werken aan de wettelijk verplichte implementatie van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) zodat in 2023 gedeeltelijke compliancy kan ontstaan. Een voorbeeld: het trainen van onze medewerkers in de veilige omgang met systemen en data met behulp van zogenaamde bewustwordingscampagnes.
Kwantificering informatie- en communicatiesystemen | |
Kans | klasse 3 (1 keer per 2 à 5 jaar: 50%) |
---|---|
Gevolg | klasse 2 (€ 50.000 - € 100.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 25.000 (50% x € 50.000) tot maximaal € 50.000 (50% x € 100.000) |
Integraal huisvestingsplan (IHP) onderwijs
De gemeente is verantwoordelijk voor de huisvesting van scholen voor basis-,
speciaal basis-, voortgezet en speciaal voortgezet onderwijs die zijn gehuisvest op het grondgebied van de gemeente. Er vinden met regelmaat gesprekken plaats met de schoolbesturen over de nodige capaciteit van schoolgebouwen. Vanaf 2015 zijn de schoolbesturen integraal verantwoordelijk voor het gehele onderhoud. De gemeente blijft verantwoordelijk voor nieuwbouw en uitbreiding. In samenwerking met de schoolbesturen is een Integraal Huisvestingsplan (IHP) opgesteld. Hierin staan onder andere de ontwikkeling van diverse locaties. Bij in gebruik zijnde scholen zijn de schoolbesturen financieel verantwoordelijk en draagt de gemeente geen financieel risico. Als gevolg van het opgesteld IHP zal voor vrijkomende schoolgebouwen die niet langer nodig zijn voor onderwijs vroegtijdig naar een vervangende bestemming worden gezocht. Desondanks blijft er een behoorlijk risico, omdat het niet altijd eenvoudig is nieuwe gebruikers voor de vrijkomende gebouwen te vinden.
Kwantificering integraal huisvestingsplan (IHP) onderwijs | |
Kans | klasse 3 (1 keer per 2 tot 5 jaar: 50%) |
---|---|
Gevolg | klasse 4 (€ 250.000 - € 750.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 125.000 (50% x € 250.000) tot maximaal € 375.000 (50% x € 750.000) |
Milieuverontreinigingen
Bedrijven moeten voldoen aan steeds strengere milieuwetgeving. Indien schade wordt toegebracht aan het milieu dan zullen zij de kosten voor de reiniging moeten betalen. Is de dader echter niet meer te achterhalen dan kan het zijn dat deze kosten voor rekening van de gemeente komen. De kosten van bijvoorbeeld bodem- of grondwatersanering kunnen hoog oplopen.
Kwantificering milieuverontreinigingen | |
Kans | klasse 3 (1 keer per 2 à 5 jaar: 50%) |
---|---|
Gevolg | klasse 3 (€ 100.000 - € 250.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 50.000 (50% x € 100.000) tot maximaal € 125.000 (50% van € 250.000) |
Ontwikkelingen Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe (RUD)
In Drenthe is de RUD per 1 januari 2014 operationeel. De RUD moet de basis op orde brengen zodat er een robuuste en toekomstbestendige organisatie staat die zorg draagt voor het milieu in de Provincie Drenthe. Wij hebben als uitgangspunt gesteld dat de RUD financieel neutraal dan wel voordeliger moet zijn dan de eerdere gemeentelijke opzet. Of aan dit uitgangspunt zal worden voldaan is afhankelijk van de uitvoering en de resultaten van voorgenomen veranderingen en ontwikkelingen.
Kwantificering ontwikkelingen Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe (RUD) | |
Kans | klasse 4 (1 keer per 1 à 2 jaar: 70%) |
---|---|
Gevolg | klasse 2 (€ 50.000 - € 100.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 35.000 (70% x € 50.000) tot maximaal € 70.000 (70% van € 100.000) |
Publiek Vervoer
Betreft samenwerking van alle 22 gemeenten van Groningen en Drenthe, de provincies en het OV-bureau Groningen Drenthe op het gebied van onder andere lokaal vervoer en vervoer speciaal toegespitst op doelgroepen, zoals het Wmo- en leerlingenvervoer. De samenwerking moet publiek vervoer in de toekomst betaalbaar houden, duurzamer maken en de service aan de reizigers verder verbeteren.
Kwantificering Publiek Vervoer | |
Kans | klasse 4 (1 keer per 1 à 2 jaar: 70%) |
---|---|
Gevolg | klasse 2 (€ 50.000 - € 100.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 35.000 (70% x € 50.000) tot maximaal € 70.000 (70% van € 100.000) |
Sociaal Domein
Bij de WMO, Jeugdwet en Participatiewet is er sprake van een zogenaamde openeinderegeling. Het blijft moeilijk te voorspellen hoeveel inwoners in een jaar een beroep gaan doen op deze regelingen. Dit brengt financiële risico's met zich mee. De financiële risico’s worden afgedekt met de reserve Sociaal Domein maar leggen wel een structureel beslag op de middelen. De omvang van de risico’s met betrekking tot het sociaal domein is per regeling becijferd op minimaal € 90.000 en maximaal € 225.000.
Kwantificering sociaal domein | |
Kans | klasse 5 (1 keer per jaar of >: 90%) |
---|---|
Gevolg | klasse 3 (€ 100.000 - € 250.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 90.000 (90% x € 100.000) tot maximaal € 225.000 (90% x € 250.000) |
Toereikendheid voorzieningen
Er zijn voldoende onderbouwingen van het benodigde voorzieningenniveau aanwezig, desondanks kan vanwege onvoorziene omstandigheden of calamiteiten (zoals storm, waterschade en bodemdaling) het voorkomen dat de voorzieningen op enig moment niet toereikend zijn.
Kwantificering toereikendheid voorzieningen | |
Kans | klasse 3 (1 keer per 2 à 5 jaar: 50%) |
---|---|
Gevolg | klasse 4 (€ 250.000 - € 750.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 125.000 (50% x € 250.000) tot maximaal € 375.000 (50% x € 750.000) |
Veiligheidsregio Drenthe (VRD)
De Veiligheidsregio Drenthe (VRD) heeft de algemene reserve verlaagd naar 2,5%. De reserve is tevens alleen beschikbaar om loon- en prijsstijgingen op te vangen en is daarmee verworden tot een bestemmingsreserve. Het ongedekte deel van de risico's van de VRD, dat uitkomt op in totaal € 2.025.000, moet hierdoor bij de gemeenten in hun eigen weerstandscapaciteit worden verwerkt. Het risico VRD is daarom aan deze paragraaf toegevoegd.
Het ongedekte risicodeel voor Noordenveld komt uit op een bedrag van circa € 119.000, waardoor het risico in gevolgklasse 3 valt. Op basis van de risico-inventarisatie van de VRD concluderen we dat de gezamenlijke risico's van de VRD tot kansklasse 4 gerekend kunnen worden. Meer informatie over de risico's van de VRD vindt u in de begroting van de VRD.
Kwantificering Veiligheidsregio Drenthe (VRD) | |
Kans | klasse 4 (1 keer per 1 à 2 jaar: 70%) |
---|---|
Gevolg | klasse 3 (€ 100.000 - € 250.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 70.000 (70% x € 100.000) tot maximaal € 175.000 (70% x € 250.000) |
Wegenbeheer en groenbeheersplan
Voor het beheer van de openbare ruimte wordt gewerkt met een systematiek om de jaarlijkse benodigde budgetten in beeld te krijgen. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van beheerplannen en scenario’s uit de BOR-systematiek. De onderhoudssituatie van bepaalde wegvakken kan door intensief gebruik en als gevolg van weersomstandigheden sneller achteruitgaan, waardoor versneld onderhoud moet worden uitgevoerd. Indien schade aan personen, voertuigen of gebouwen ontstaat door onvoldoende onderhoud aan infrastructuur kan een schadeclaim ingediend worden door de benadeelde persoon. Daarnaast bestaan de risico’s van schadeclaims door takbreuk en achterstallig onderhoud van speeltoestellen. Door bodembeweging, mede ingegeven door verdroging, kunnen schades en daarmee grootschalige reparaties ontstaan. Dit geldt voornamelijk voor wegen.
Kwantificering wegenbeheer en groenbeheersplan | |
Kans | klasse 3 (1 keer per 2 à 5 jaar: 50%) |
---|---|
Gevolg | klasse 3 (€ 100.000 - € 250.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 50.000 (50% x € 100.000) tot maximaal € 125.000 (50% x € 250.000) |