Gemeenten kunnen, met inachtneming van de Invorderingswet 1990, kwijtschelding verlenen van gemeentelijke heffingen. Gemeenten beslissen zelf voor welke heffingen kwijtschelding mogelijk is. Daarbij zijn ze gebonden aan de landelijke Uitvoeringsregeling. Alleen ten aanzien van de kosten van bestaan hebben gemeenten de mogelijkheid om af te wijken van de regeling. De rijksregeling gaat uit van 90% van de bijstandsnorm. In onze gemeente is gekozen om 100% van de bijstandsnorm als bestaansminimum te hanteren. Daarnaast is ervoor gekozen om kwijtschelding mogelijk te maken voor onroerendezaakbelastingen, afvalstoffenheffing (met uitzondering van extra containers) en rioolheffing. Het Noordelijk Belastingkantoor voert deze regeling voor ons uit.
Met de kwijtscheldingsregeling zijn de volgende bedragen gemoeid :
Kwijtschelding (bedragen x € 1.000) | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verleende kwijtschelding | 93 | 91 | 69 | 88 | 90 | 82 | 94 |
Door de eenmalige korting in 2018 op de tarieven van de afvalstoffenheffing is het bedrag aan kwijtschelding over 2018 ook lager uitgevallen. Immers de korting verlaagt de tarieven van de afvalstoffenheffing, met als gevolg dat het bedrag waarvoor kwijtschelding wordt verleend ook lager is.
In 2022 zijn er nog aanvullende kwijtscheldingsverzoeken binnengekomen over 2021. Deze zijn deels toegekend. Het gaat hier om een bedrag van (afgerond) € 6.000. De bovenstaande tabel geeft daarmee een enigszins vertekend beeld. Voor wat betreft de jaren 2021 en 2022 komt het gecorrigeerde bedrag aan kwijtscheldingen neer op (in duizendtallen) € 88 en is daarmee in lijn met de voorgaande jaren.